Behandeling vergoede dyslexiezorg

Om  in aanmerking te komen voor behandeling binnen de vergoede dyslexiezorg dient uw kind de diagnose ernstige dyslexie te hebben.

De behandeling richt zich op lezen en spellen en gekoppelde verwerking van spraakklanken. De reden hiervoor is de aanname dat specifieke taalverwerkingsproblemen de oorzaak zijn van de lees- en spellingproblemen van dyslectici. Het gaat dan met name om problemen om klanken te koppelen aan tekens. Uit onderzoek blijkt dat trainingen gericht op het bewustzijn van klanken en van de koppeling van klanken en tekens internationaal tot nu toe het meest succesvol zijn geweest. Om deze reden werken wij met de methode Taal in Blokjes. Daarnaast bieden we psycho-educatie over dyslexie: wat is dyslexie en hoe ga je daarmee om?

De behandeling binnen de vergoede dyslexiezorg bestaat uit 2 periodes van ongeveer 20 behandelingen, inclusief twee evaluatiemomenten. We letten daarbij op de volgende effectieve componenten:

taakgericht

Om een zo hoog mogelijk lees- of spellingniveau te bereiken is een taakgerichte benadering belangrijk. De instructie moet gericht zijn op het lezen en spellen. Met andere woorden, lezen leer je vooral door te lezen, spellen door te spellen.

Systematisch aanbod

Een systematisch aanbod is van belang om er voor te zorgen dat gestelde doelen worden behaald. Dit wil zeggen dat de planning van activiteiten wordt afgestemd op de leerdoelen op korte en lange termijn, waarbij wordt uitgegaan van een beredeneerde opbouw in moeilijkheidsgraad. Op vaste momenten wordt er geëvalueerd of de doelen zijn bereikt. Tijdens een evaluatie bespreken leerkracht en leerlingen de doelen en wordt inzichtelijk gemaakt hoe de leerlingen zijn gegroeid in hun lees- en/of spellingontwikkeling.

Expliciete instructie

De meeste leerlingen zijn in staat om patronen te herkennen bij lezen en spellen en deze kennis vervolgens bij nieuwe woorden ook toe te passen. Dit is voor kinderen die moeite hebben met lezen en/of spellen niet goed haalbaar. Het leerproces verloopt bij hen minder makkelijk en zij hebben expliciete instructie nodig bij lezen en spellen. Dit houdt in dat de lesstof in kleine stappen wordt aangeboden en dat de behandelaar als model fungeert. Een opdracht wordt voorgedaan, samen gedaan en tot slot zelf gedaan. Expliciete aandacht voor spellingregels en leesstrategieën is ook van belang, omdat dit de leerling handvatten kan bieden voor het lezen en spellen van nieuwe moeilijke woorden.

Instructietijd

De intensiteit van het extra ondersteuningsaanbod draagt bij aan de effectiviteit van het aanbod. Dit kan een-op-een of in groepjes van maximaal 3 of 4 leerlingen. Voor een interventie op ondersteuningsniveau 3 betekent dit dat deze minimaal 3 keer per week plaatsvindt in sessies van in totaal tenminste 60 minuten per week.

Aandacht voor gerichte feedback

Feedback helpt om leerlingen zich bewust te laten worden van hun leerproces en motiveert om zich verder te ontwikkelen. De wijze waarop feedback wordt gegeven, is daarbij van grote invloed. Er zijn verschillende soorten feedback: persoonsgericht (jij kan dit goed), inspanningsgericht (jij hebt hard gewerkt), resultaatgericht (dat is goed/fout) en procesgericht (lees de eerste letter nog eens, of: dit heb je handig aangepakt). Feedback geven op het resultaat en op het proces van het lezen en spellen is het meest effectief. Met procesgerichte feedback kan een leerling leren welke denkstappen gezet moeten worden of welke strategie ingezet moet worden in een bepaalde situatie om tot een goed eindresultaat te leiden.

letterkennis

Letter-klankkoppelingen moeten expliciet en systematisch aangeboden worden. Zowel letterkennis als fonologisch bewustzijn moeten – bij voorkeur in samenhang – aandacht krijgen. Het trainen van het foneembewustzijn kan effectief zijn als leerlingen moeite hebben met het herkennen van (bepaalde) klanken. Dit moet dan wel gecombineerd worden met het versterken van letter-klankkoppelingen. Alleen het trainen van foneembewustzijn blijkt namelijk niet effectief voor het verbeteren van de lees- en spellingvaardigheid.

Oefenen op letter-/klank, woord-, zins- en tekstniveau

Het oefenen op verschillende niveaus maakt transfer mogelijk van de geleerde deelvaardigheid naar het toepassen van het geleerde in een nieuwe situatie. Alleen het oefenen op woordniveau leidt bij zwakke lezers en spellers namelijk niet automatisch tot beter lezen en schrijven op zins- en tekstniveau. Daarom is het belangrijk om de geleerde lees- en spellingaspecten toe te passen in nieuwe en verschillende lees- en schrijfsituaties.

Aandacht voor woordstructuur

Het is effectief om in de instructie naast het lezen van het hele woord ook gericht te werken aan het herkennen van de structuur van een woord, zoals medeklinkerclusters en morfemen. Dit kan leiden tot grotere vooruitgang en een betere transfer naar nieuwe woorden. Ook in het spellingonderwijs is het effectief om  -zodra de letter-klankkoppelingen worden beheerst- aandacht te besteden aan de woordstructuur.

Aandacht voor leestempo: eerst goed dan snel

Om woorden snel te kunnen leren lezen, zal een leerling ze eerst goed moeten kunnen lezen. Zowel bij lezers met een radende strategie als lezers met een spellende strategie is het belangrijk om er eerst voor te zorgen dat ze de woorden zonder veel moeite goed kunnen lezen, en pas daarna te oefenen op tempo. Voorkomen moet worden dat leerlingen door tempoverhoging radend gaan lezen.

Herhaling en herhaald lezen en spellen

Om een bepaalde leesmoeilijkheid of schrijfwijze van een woord te automatiseren is voldoende herhaling nodig. Leerlingen met lees- en/of spellingproblemen moeten nog vaker dan andere leerlingen oefenen met letters en woorden om tot deze automatisering te komen. Ook het herhaald, hardop lezen van teksten onder begeleiding is effectief. Zowel het herlezen van dezelfde tekst, als het lezen van andere teksten die vergelijkbaar zijn in moeilijkheidsgraad blijkt effectief.

Aandacht voor generalisatie

Naast de expliciete instructie op deelvaardigheden van het lezen en spellen, moet er ook gewerkt worden aan het kunnen toepassen van het geleerde in nieuwe situaties. Een leerling moet zich lees- en spellingstrategieën eigen maken, waarmee hij nieuwe onbekende woorden goed kan lezen of spellen.

Aandacht voor lees- en spellingmotivatie

Dagelijks lezen is heel belangrijk, zeker voor leerlingen met leesproblemen. Dat is voor veel leerlingen met leesproblemen best een opgave, juist omdat dit niet goed lukt. Datzelfde geldt voor spellingopdrachten, die vaak terugkomen met veel correcties. Ook dit werkt niet motiverend en kan leiden tot frustraties. Door het vertrouwen in de eigen lees- en spellingvaardigheid van de leerling kan de motivatie toenemen. Daarnaast is het belangrijk dat de interesses van leerlingen worden aangesproken in het leesmateriaal dat wordt gekozen. Door de leerling keuze te geven in het leesmateriaal of het doel waaraan gewerkt wordt, kan het gevoel van autonomie worden ondersteund. Daarnaast werkt het stimuleren van sociale interactie rondom lezen en het stellen van beheersingsdoelen motiverend.

Multisensoriële aanpak

Een multisensoriële aanpak houdt in dat er zoveel mogelijk zintuigen worden betrokken bij het leerproces. Leerlingen leren dan niet alleen via zicht en gehoor, maar ook via bijvoorbeeld aanraking en beweging (Boardman, 2020). Leerkrachten kunnen lessen op verschillende manieren multisensorieel maken, bijvoorbeeld door middel van muziek, rijm en beweging. Multisensoriële lesactiviteiten zijn bijvoorbeeld het meeklappen of tikken van lettergrepen, het hardop uitspreken van letters en deze met de vinger in de lucht schrijven en de vorm van letters voelen of zelf maken, bijvoorbeeld met klei (Johnston, 2019). Uit wetenschappelijk onderzoek zijn er aanwijzingen dat een multisensoriële aanpak bevorderend kan zijn voor leerlingen met dyslexie (bijv. Schlesinger & Gray, 2017; Labat et al., 2014). Deze bevindingen zijn echter voornamelijk gebaseerd op kleinschalige onderzoeken (Al Otaiba et al., 2022). Er is meer onderzoek nodig voor een sterkere wetenschappelijke onderbouwing van de effectiviteit van een multisensoriële aanpak.

Elke dag moest ik extra lezen in de klas en thuis en daarom ging ik goed vooruit met AVI-lezen. Vera, 9 jaar