Klanttevredenheid

Geplaatst op

ICU is aangesloten bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie. De NKD vraagt van elke aanbieder dyslexiezorg om zicht te hebben op de klanttevredenheid. Elke cliënt krijgt na het dyslexie-traject een vragenlijst (CQ-index) toegestuurd. Deze vragenlijst is erg uitgebreid, dus het kost even tijd om alles in te vullen. Rond 25% van de ouders vult ook daadwerkelijk deze vragenlijst in.

Ouders en kinderen kunnen onze praktijk beoordelen met een cijfer. De meest recente rapportcijfers staan hieronder:

Diagnosticus:         8

Behandelaar:         8,8

Praktijk:                   8,5

Kind geeft:             7,9

Na de dyslexiebehandeling (ED)

Geplaatst op

Laatst bijgewerkt op 26 februari 2025 (dyslexiecentraal.nl)

Wanneer leerling het afgesproken aantal behandelingen heeft gehad, komt een behandeltraject ten einde. In dit artikel leggen we uit hoe een leerling in het basis- en voortgezet onderwijs ondersteund kan worden op school na de behandeling.

Voortijdig stoppen van de behandeling

Er zijn situaties waarin een behandeltraject eerder wordt gestopt: de leerling behaalt gemiddelde scores, er is juist onvoldoende vooruitgang of er is sprake van onvoldoende motivatie waarbij het huiswerk niet wordt gemaakt. Het voortijdig stoppen van een behandeling zal altijd in overleg gebeuren met ouders en vaak ook met de leerkracht. Ook dan zal er worden besproken hoe een leerling het beste begeleid kan worden op school en thuis.

Na de dyslexiebehandeling in het basisonderwijs

Na afloop van de behandeling vindt er een evaluatiegesprek plaats met ouders en de leerkracht. Daarin worden de laatste resultaten toegelicht en besproken of de gestelde doelen zijn behaald. Tevens worden handelingsadviezen gegeven over hoe er thuis en op school verder kan worden gewerkt aan lezen en spellen. Het verschilt per kind waar de nadruk op zal liggen bij deze adviezen. Het is na een behandelperiode nog steeds te verwachten dat een leerling met dyslexie een achterstand heeft op het gebied van lezen en spellen in vergelijking met klasgenoten zonder dyslexie. De dyslexie zal nooit helemaal overgaan. Het is aannemelijk dat de leerling nog steeds in aanmerking komt voor ondersteuning op niveau 2, en wellicht ook op niveau 3. Met de behandelaar kan worden afgestemd over de manier van oefenen en welke materialen daarvoor geschikt zijn.

Op basis van de dyslexieverklaring en aanbevelingen van de behandelaar kunnen de leerkracht, het kind en de ouders met elkaar afspraken maken over de extra ondersteuning die het kind kan krijgen op school en in de klas. Het kan dan bijvoorbeeld ook gaan om de inzet van compenserende hulpmiddelen of het geven van extra tijd bij toetsen. Het is handig om deze afspraken vast te leggen, zodat duidelijk is welke ondersteuning het kind krijgt en er regelmatig kan worden geëvalueerd.

Tot slot is het aan te bevelen om regelmatig in gesprek te gaan met de leerling over de zelfredzaamheid. Wat kun je bijvoorbeeld doen als je de vraag niet kunt lezen, maar de leerkracht is met een ander kind bezig? Hoe kun je er voor zorgen dat je zo min mogelijk spellingfouten maakt? Als de school een dyslexiecoach heeft, kan diegene dit soort gesprekken goed voeren. Als dat niet zo is kan de leerkracht deze rol op zich nemen.

Over het algemeen geldt: hoe meer ouders en school deze adviezen -in afstemming met elkaar- opvolgen, hoe beter de ondersteuning van het kind zal zijn.

Na de dyslexiebehandeling in het voortgezet onderwijs

Ook in het voortgezet onderwijs vindt er na afloop van de behandeling een evaluatiegesprek plaats, waarin de laatste resultaten worden toegelicht en besproken wordt of de gestelde doelen zijn behaald. Voor leerlingen in het vo geldt vaak dat de handelingsadviezen vooral zullen gaan over het gebruik van compenserende hulpmiddelen en het omgaan met de dyslexie. Op basis van de dyslexieverklaring en aanbevelingen van de behandelaar kunnen de zorgspecialist, de jongere en de ouders met elkaar afspraken maken over de extra ondersteuning die geboden wordt tijdens de les. Het is handig om deze afspraken vast te leggen, zodat duidelijk is welke ondersteuning de leerling krijgt en er regelmatig kan worden geëvalueerd. Vastleggen van de afspraken kan bijvoorbeeld op een dyslexiekaart.

Kan er bij een leerling met alleen spellingproblemen ook sprake zijn van dyslexie?

Geplaatst op

(informatie komt van de website dyslexiecentraal.nl)

Volgens de definitie van de Brede Vakinhoudelijke Richtlijn Dyslexie (BVRD) gaat het bij dyslexie om een lees- en/of spellingprobleem dat ernstig en hardnekkig is. Bij de diagnostiek van dyslexie wordt in het kader van het criterium van ernst uitgegaan van een score op lees- en/of spellingvaardigheid die tot de laagste 10% behoort. Daarbij gaat het om de volgende situaties: ofwel het lezen scoort onder de 10%, ofwel het spellen scoort onder de 10%, of beide scoren onder de 10%. Tot zover ligt de definitie van dyslexie van de BVRD ten aanzien van de lees- en/of spellingproblematiek in dezelfde lijn als de definitie van de SDN brochure (2016).

Echter, wanneer alleen de spellingscore in de laagste 10% valt, en er geen ernstige uitval op lezen te zien is, dan is volgens de BVRD voorzichtigheid bij het stellen van de diagnose dyslexie geboden. Als er spellingproblemen zijn terwijl het technisch lezen zich gemiddeld of bovengemiddeld ontwikkelt, is het beeld atypisch voor dyslexie. Als een leerling dus uitsluitend uitval vertoont op spelling en daarnaast gemiddelde of bovengemiddelde scores heeft op lezen, dan is uitgebreid nader onderzoek nodig om te zien of er ook andere factoren zijn die de problemen met spelling kunnen verklaren. Wellicht is er dan iets anders aan de hand: er kan bijvoorbeeld iets niet goed gegaan zijn met het onderwijsaanbod en de spellinginstructie op school, of er zijn aanwijzingen voor een andere leerstoornis dan dyslexie. 

Als vuistregel vanuit de BVRD kan hierbij het volgende aangehouden worden: bij ernstige spellingproblemen (scores spelling in de laagste 10%) kan er sprake zijn van dyslexie als de scores voor lezen daarnaast tenminste benedengemiddeld zijn (scores lezen onder de 50%). Als de scores voor lezen gemiddeld of bovengemiddeld zijn, is het beeld atypisch voor dyslexie. 

Bij de vaststelling van Ernstige Dyslexie in het kader van de vergoede dyslexiezorg houdt het Protocol Dyslexie Diagnose en Behandeling 3.0 een strenger criterium aan: er moet ten minste altijd sprake zijn van zeer ernstige leesproblemen. Voor de aanmelding voor de ED diagnostiek wordt aangehouden dat de scores voor lezen daarbij altijd in de laagste 10% moeten vallen. Daarnaast kan er ook sprake zijn van uitval op spelling.

Uitsluitend of voornamelijk uitval op spelling valt niet onder de definitie van Ernstige Dyslexie. Als er ernstige spellingproblemen zijn (met scores voor spelling onder de 10%) dan moeten daarnaast ook voor lezen de scores onder de 10% vallen, om te voldoen aan de criteria voor ED. Ernstige spellingproblemen kunnen dus wel onder de definitie van Ernstige Dyslexie vallen, maar alleen als er daarnaast ook ernstige leesproblemen zijn. 

Voor meer informatie en uitleg over de relatie tussen de definities van SDN, BVRD en PDDB 3.0 zie de toelichting hierover van SDN.

Aan de slag met dyslexiehulpmiddelen

Geplaatst op

In het kader van Project COM is de website www.dyslexiehulpmiddelen.com ontwikkeld. Hier vind je praktische informatie over dyslexiehulpmiddelen om leerlingen te ondersteunen bij het lezen en spellen en hoe je deze op school en thuis kunt inzetten. Ook vind je er een overzicht van beschikbare hulpmiddelen en informatie over de juiste methodieken voor de implementatie van hulpmiddelen in het onderwijs

Jij of je kind start binnenkort met het gebruik van dyslexiesoftware. Of misschien gebruik je wel al een hulpmiddel en heb je nog vragen. Er komt veel op je af. Je weet niet goed hoe je dit het beste aanpakt. Wat mag je verwachten? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Welke stappen moeten er gezet worden? Op deze website vind je informatie over hoe je het hulpmiddel succesvol gebruikt. 

 Belangrijke uitgangspunten zijn: 

  • Dyslexiesoftware gebruiken, doe je niet alleen. Het is belangrijk dat je dat samen doet met alle betrokken partijen. 
  • Dyslexiesoftware gebruiken, doe je niet lukraak. Het is belangrijk dat je alle stappen doorloopt. 

Het doel is om ervoor te zorgen dat het dyslexiehulpmiddel voor jou écht een middel is dat helpt!

De belangrijkste persoon in dit hele gebeuren is de persoon met dyslexie. Jij dus of je kind. De dyslexiedeskundige is de centrale figuur die je daarbij helpt. Zij is ook je aanspreekpunt bij vragen en problemen. 

Op deze website vind je informatie over: 

  • Bij wie je waarvoor terecht kunt
  • Wat jij als ouder kunt doen
  • Hoe jullie kunnen samenwerken
  • Een overzicht van dyslexiehulpmiddelen

Dyslexiesoftware zorgt ervoor dat personen met dyslexie in hun kracht gezet worden en dat functioneren thuis, op school en op het werk verbetert. Op die manier kunnen zij hun talenten laten zien. 

Misschien vraag je je af of dyslexiesoftware voor jou of je kind een ondersteuning kan zijn. Of je staat te springen om dyslexiesoftware te gaan gebruiken. Maar je weet niet goed of het echt nodig is. Je weet niet goed wat je kan verwachten van dyslexiesoftware.  Je ziet ook wel een beetje op tegen ‘al het gedoe’ en alles wat geregeld moet worden voordat het allemaal goed werkt. 

Hieronder lees je per leeftijdsfase enkele situaties waarbij dyslexiesoftware kan ondersteunen. Of kijk in de Prezi! 

Situaties voor elke leeftijdsfase: 

  • Zelfstandigheid vergroten.
  • Zelfvertrouwen en/of leesplezier vergroten 
  • Faalangst die gelinkt aan lezen en spelling verminderen
  • Moeite met technisch lezen en spelling door een onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal (NT-2 problematiek). 

Op school  

Basisonderwijs  

In groep 1 en 2 ligt de focus op de ontwikkeling van de mondelinge taal, maar ook de geschreven taal krijgt al aandacht. Vanaf groep 3 wordt lezen en schrijven steeds belangrijker. De hoeveelheid geschreven taal blijft toenemen tot aan het einde van de basisschool.  

Kinderen met dyslexie groeien onvoldoende mee in hun leesvaardigheid. De achterstand ten opzichte van leeftijdsgenoten wordt steeds groter. Het leesprobleem vormt een steeds grotere belemmering bij het ontwikkelen van kennis en vaardigheden die worden aangeboden in het onderwijs. Technisch lezen is een voorwaarde voor schoolsucces en om met succes deel te nemen aan de maatschappij. Ondanks extra intensieve begeleiding binnen en buiten de klas lukt het bijvoorbeeld niet om een redelijk leestempo te halen of huiswerk zelfstandig te maken. Om te voorkomen dat de leerontwikkeling van het kind achterblijft en om de leesmotivatie te vergroten kunnen ouders en school er samen voor kiezen om dyslexiesoftware in te zetten. Het gebruik van deze software bevordert de zelfredzaamheid, versterkt het geloof in eigen kunnen en motiveert om te blijven lezen en schrijven. Het tijdig inzetten van dyslexiesoftware is dan ook heel belangrijk.  

Voortgezet onderwijs  

In het voortgezet onderwijs wordt verondersteld dat leerlingen schriftelijke taal kunnen toepassen. Dat betekent dat ze teksten die passen bij hun leeftijd en niveau goed kunnen lezen en begrijpen. Ook moeten ze actief taal kunnen gebruiken om kennis aan te tonen (bij toetsen en examens) en moeten ze in staat zijn om bijvoorbeeld schriftelijk hun mening te geven. Onderzoek wijst uit dat kinderen met een zwakke leesvaardigheid en -attitude een hoge kans hebben om uit te vallen en het onderwijs te verlaten zonder een diploma. Het risico is vooral dat leerlingen moeten afstromen en dus geen onderwijs volgen dat past bij hun intelligentie.  

Taken worden vanaf het derde leerjaar complexer: langere teksten, uitgebreidere woordenlijsten die geleerd moeten worden, enz. Bij schriftelijke taalvaardigheid gaat men ervan uit dat leerlingen spelling- en grammaticaregels toe kunnen passen. 

Vaak zijn leerlingen zo lang bezig met de vakken die ze moeilijk vinden dat er geen tijd overblijft voor de andere vakken. Dat werkt erg demotiverend, vooral omdat hun inspanning vaak niet leidt tot een resultaat dat erbij past: een leerling heeft bijvoorbeeld lang geleerd voor een toets voor Engels en slaagt er desondanks niet in om een voldoende te scoren.  

Dyslexiesoftware helpt bij de verschillende lees- en schrijftaken. Leerlingen merken dat ze meer kunnen focussen op de inhoud van teksten wanneer zij bijvoorbeeld een lange tekst voor het vak geschiedenis  kunnen laten voorlezen. Ze kunnen bij een schrijftaak beter uitdrukken wat hun mening is over een onderwerp als ze ondersteuning krijgen bij het juist spellen van de woorden. Op die manier kost het allemaal minder tijd en dat betekent dat er tijd over is voor hobby’s en sport. 

In de wet- en regelgeving rond toetsen en examens staat duidelijk beschreven waar leerlingen recht op hebben. 

Beroepsonderwijs, hoger- en wetenschappelijk onderwijs 

De samenleving en de arbeidsmarkt stellen steeds hogere eisen aan taalvaardigheid, in het bijzonder aan lezen en schrijven. Dit geldt ook in het beroeps-, hoger- en wetenschappelijk onderwijs, waar studenten worden voorbereid op de samenleving en de arbeidsmarkt. . Het onderwijs en de toetsing bestaan grotendeels uit geschreven taal. Naast de invloed die dyslexie heeft op het leestempo, kan een zwakke technische leesvaardigheid ook van invloed zijn op het begrijpen van een tekst. De zwakke leestechniek kan worden gecompenseerd door het gebruik van dyslexiesoftware . Studenten met een functiebeperking hebben recht op begeleiding en aangepaste regelingen.  

Op het werk 

Soms lijkt het wel of dyslexie verdwenen is wanneer mensen gaan werken, maar dyslexie heeft ook gevolgen voor volwassenen op hun werk. Door onze digitale kenniseconomie worden steeds hogere eisen gesteld aan werknemers wat betreft taalvaardigheid, waardoor het steeds belangrijker wordt om voldoende lees- en schrijfvaardig te zijn in onze maatschappij. Dyslexie komt dan ook steeds vaker naar voren als oorzaak van problemen in het functioneren van medewerkers. Het gaat niet alleen over moeite hebben met lezen en schrijven, maar dyslexie heeft ook gevolgen voor communicatie, jezelf presenteren en het organiseren van je eigen werk. Ongeveer 5% van de volwassenen heeft een ernstige vorm van dyslexie. Dat levert heel veel stress op in werksituaties. Onzekerheid, vermijdingsgedrag, stress en burn-out kunnen het gevolg zijn. Het blijkt dat werknemers met ernstige dyslexie moeite hebben om op niveau te presteren en zelfs moeite hebben een baan te vinden of te houden. Dat brengt heel veel leed met zich mee. Dyslexie hoeft geen beperking te zijn wanneer de sociale structuur zo is ingericht dat de werknemer de problemen kan compenseren. Dyslexiesoftware kan daarom goed worden ingezet bij één of meerdere taken. 

In het dagelijks leven 

Ook in de privésituatie ondervinden personen met dyslexie problemen, bijvoorbeeld met het bijhouden van de administratie, tijdens hobby’s of het onderhouden van sociale relaties. Afspraken worden steeds vaker via een medium als WhatsApp gemaakt en dat kan leiden tot misverstanden wanneer iemand met dyslexie niet goed heeft meegekregen wat de bedoeling is of waar mensen elkaar zullen treffen.  

Ook komt het bijvoorbeeld regelmatig voor dat mensen met dyslexie zich niet beschikbaar stellen voor het besturen van een vereniging omdat ze er tegenop zien om tijdens vergaderingen notulen te moeten maken.  

Extra luisterboeken voor iedereen

Geplaatst op

De bibliotheek heeft luisterboeken nu beschikbaar gesteld voor iedereen, dus ook als je geen lid bent. Download de app LuisterBieb en geniet van duizenden ingesproken boeken. Kijk snel of jouw favoriete boek er bij zit, of ontdek leuke nieuwe boeken!

Theaterlezen

Geplaatst op

Bij theaterlezen, ook wel toneellezen genoemd, nemen twee lezers (of meer) de rol van een personage op zich en lezen de teksten hardop voor. De lezers voeren eigenlijk samen een toneelstukje op, maar dan zonder podium, decor, grootse gebaren of rekwisieten. De teksten bestaan voornamelijk uit dialogen, zodat de lezers elkaar steeds afwisselen.

Theaterlezen is leuk voor iedereen: jong en oud en goede en minder goede lezers. De meerwaarde voor zwakke lezers is de kans op succeservaringen bij het lezen. Theaterlezen is evidence based geschikt als leesinterventie. Theaterlezen bevordert het ‘vloeiend lezen’ (lezen met begrip en intonatie) en het leesplezier.

Voor meer informatie en het bestellen van theaterboeken kunt u terecht op leesletters.nl.

Voorleestips

Geplaatst op

Deze week is de Nationale Voorleesweek 2019. Deze campagne wil het belang benadrukken van voorlezen, want voorlezen maakt je leuker!

Of je nu voor het slapen gaan een mooi verhaal voorleest in bed of overdag samen een prentenboek bekijkt, er worden herinneringen voor het leven gemaakt. Daarnaast heeft voorlezen een positief effect op woordenschat, spelling en tekstbegrip . Hieronder een aantal tips om het meeste uit dit speciale kwartiertje te halen.

Een boek kiezen

In de bibliotheek is zoveel keuze aan boeken dat het soms niet meevalt een geschikt boek te vinden dat op dat moment past bij de belevingswereld van je kind. Denk eens aan de volgende situaties: misschien is er in het gezin een baby op komst, wordt je kind zindelijk of leert het tanden poetsen. Veel bibliotheken hebben de boeken per thema bij elkaar staan.

Hetzelfde boek een paar keer voorlezen

Het is een feit dat kinderen een verhaal eindeloos vaak willen horen en telkens opnieuw weer prachtig vinden. Bij de eerste keer voorlezen zijn ze geboeid, bij de tweede keer is er het feest der herkenning, bij de volgende keren krijgen ze oog voor detail en ontdekken ze steeds weer iets nieuws in de plaatjes.
Hetzelfde boek een paar keer voorlezen hoeft voor jou niet saai te zijn als je elke keer een ander onderwerp verzint om het na het voorlezen over te hebben: het thema, de personages, heeft je kind zelf wel eens zoiets meegemaakt?

Voorleesrituelen

Kinderen raken vertrouwd met allerlei rituelen: zo doen wij dat altijd! Ze voelen zich prettig als ze kunnen rekenen op het dagelijkse voorleesritueel. Lees voor op een vertrouwd moment of op een knusse plek met een knuffel of kussen erbij, en met zo weinig mogelijk kans op afleiding. Voorleestijd is de tijd waarin je samen kunt kijken, luisteren, praten en lachen.

Voorlezen met stemmetjes

In prentenboeken staan vaak veel korte spreekteksten. Het is niet nodig om je extra in te spannen en met verschillende stemmetjes voor te lezen. Bij peuters is dat nog niet zo aan de orde. Als je langzaam voorleest, goed articuleert en je kind tijdens het voorlezen regelmatig aankijkt, dan tref je vaak veel beter de toon en zal je kind goed begrijpen wie er in het boek iets zegt.

Te moeilijk of niet?

Het kan prettig zijn om van anderen titels van prentenboeken te horen die geschikt zijn voor de leeftijd van je kind. Dan nog kan het zijn dat je aarzelt of het boek niet te moeilijk of te gemakkelijk is.

Misschien helpt het om te weten dat een boek eigenlijk nét een beetje te moeilijk mag zijn. Als je het meerdere keren voorleest en je praat samen over het verhaal, heb je de meeste kans dat je kind door een boek geboeid wordt.

Voorspel samen het verhaal

Vraag tijdens het voorlezen aan je kind hoe het verhaal verder zou kunnen gaan. Door te vragen wat er allemaal kan gebeuren in het verhaal, denken kinderen goed na. Hierdoor leren ze in hun dagelijks leven ook beter om naar oplossingen te zoeken voor problemen.

Moeilijke woorden

Wanneer er moeilijke woorden in het boek staan, worden deze in de context van het verhaal vaak wel duidelijk. Zo niet, dan kun je jouw kind helpen om het nieuwe woord te leren door er een plaatje bij aan te wijzen, een voorbeeld te geven of een vervangend woord te gebruiken. Naderhand kun je ook het moeilijke woord er weer bijhalen. Zo onthoudt je kind het woord beter, dit helpt bij de ontwikkeling van het taalgebruik.

Laat uw kind vertellen

Geef uw kind gelegenheid om iets te zeggen als u het verhaal voorleest. Het gaat erom dat uw kind praat, dus alle opmerkingen over het verhaal zijn goed. Uw kind heeft een eigen interpretatie over het verhaal en kan ook meepraten vanuit eigen ervaringen. Daar kunt u dan weer op ingaan. Zo blijft uw kind betrokken bij het verhaal. Laat uw kind het verhaal ook zelf eens navertellen.Door het verhaal aan een ander te vertellen en erover na te praten, gaat uw kind het verhaal beter begrijpen.

Voorbereiding op het voorlezen

Lees de titel van het boek voor en praat met je kind over de voorkant. Maak het nieuwsgierig naar het verhaal. Als je de kaft samen bekijkt, kun je samen bedenken waar het boek over zou kunnen gaan.

Bron: Nationale Voorleesdagen

Helpt het dyslexie lettertype?

Geplaatst op

Op donderdag 3 mei stond in De Telegraaf een bericht over het Dyslexie Font. Namens het NKD heeft Elise de Bree, secretaris van de Wetenschappelijke Adviesraad Dyslexie (WARD) de onderstaande reactie op dit bericht geschreven:

In het artikel ‘Lettertype voor leesgemak’ (Telegraaf 3 mei 2018) werd het succesverhaal van het bedrijf Dyslexie Font besproken. Het lettertype dat door dit bedrijf wordt verkocht, zou het lezen vergemakkelijken. Het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie juicht het toe dat er gezocht wordt naar manieren om zwakke lezers en mensen met dyslexie te ondersteunen. Er zijn echter geen aanwijzingen dat het specifieke lettertype van Dyslexie Font werkt.
Een positief effect van een lettertype kan zichtbaar zijn in de leesbeleving van lezers. Mensen kunnen meer plezier krijgen in het lezen doordat het lettertype prettiger voor hen is. Het kan ook zichtbaar zijn in het lezen zelf. Het aantal fouten neemt af en het lezen gaat sneller. Er zijn geen aanwijzingen dat het lettertype van Dyslexie Font bijdraagt aan één van deze onderdelen van het lezen.

Leesbeleving

Al in 2012 toonde een onderzoek aan dat minder dan een derde van een groep Nederlandstalige kinderen met dyslexie een duidelijke voorkeur had voor het lezen in het lettertype van Dyslexie Font dan in het lettertype Arial (Tijdschrift voor Remedial Teaching, 2, p.26-28), terwijl de helft van de kinderen een duidelijke voorkeur had voor het lettertype Arial. Er is dus geen onderbouwing voor de aanname dat de leesbeleving toeneemt door het lettertype van Dyslexie Font.

Foutloos en snel lezen

Er zijn ook geen aanwijzingen dat het lettertype de leesaccuratesse en de leessnelheid verbetert. In de studie uit 2012 gingen kinderen met dyslexie niet sneller lezen als ze teksten moesten lezen in het Dyslexie Font dan in Arial. Het lezen in Arial ging juist iets beter. Een onderzoek uit 2016 met Engelstalige kinderen liet zien dat lezers met het Dyslexie Font alleen wat sneller gingen lezen omdat de afstand tussen de letters iets groter was, zodra Arial diezelfde afstand kreeg, leverde het Dyslexie Font geen voordeel meer op (Dyslexia, 22, pp.233-244). Het lezen ging dus niet beter door de vorm van de letters, maar  doordat de afstand tussen de letters groter was. Die afstand kan bij elk lettertype worden aangepast.

Conclusie

Deze resultaten over het Dyslexie Font passen binnen het beeld dat wordt gevonden in andere onderzoeken. Speciale lettertypen helpen het lezen niet méér dan al bestaande standaard lettertypen. De afstand tussen letters helpt bij sommige mensen met dyslexie om beter of sneller te lezen, maar ook dat is niet altijd het geval (zie bijvoorbeeld Journal of Experimental Child Psychology, 2017, 164, pp.101-116).

Het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie pleit voor het gebruiken van een niet-cursief lettertype zonder versieringen, van lettergroottes van 12 of 14 en van voldoende afstanden tussen letters, woorden en tekstregels.

Bron: website NKD

Als je niet van lezen houdt……

Geplaatst op

Een kind dat lezen moeilijk vindt en daarom meestal niet van lezen houdt, kan zich niet voorstellen dat er een boek bestaat dat hij of zij wél leuk zou kunnen vinden. Makkelijklezen.nl biedt leuke boeken voor kinderen met dyslexie of kinderen die niet van lezen houden.

Makkelijklezen.nl biedt een grote diversiteit aan boeken, waardoor het makkelijker wordt om wél een geschikt boek te vinden. Qua vorm en inhoud bestaan er allerlei boeken die aantrekkelijk en uitnodigend zijn, juist ook voor zwakke lezers. Klik hier voor het complete artikel.