Reken- en taalonderwijs op basisscholen is gebaat bij de inzet van ‘slimme’ tablets. Deze tablets gebruiken software die zich aanpast aan het niveau van de leerlingen.
Dit blijkt uit onderzoeken van de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit Twente onder ruim 2.500 leerlingen. Dat meldt Kennisnet, de publieke organisatie voor onderwijs en ict.
De software laat leerlingen meteen weten of het antwoord goed of fout is. Na een goed antwoord krijgt de leerling een moeilijkere nieuwe vraag. Een leerling die een fout antwoord geeft, krijgt een minder moeilijke vraag.
Daardoor blijken leerlingen meer en sneller te leren dan bij onderwijs zonder de slimme tablets. De leraar krijgt een elektronisch overzicht van de prestaties en kan zijn lessen daarop aanpassen.
“Elke leraar wil zijn leerlingen op hun eigen niveau lesgeven. Maar met meer dan twintig leerlingen in de klas is dat fysiek onmogelijk. We weten nu dat het met dit soort adaptieve onderwijstechnologie wel kan”, aldus Kennisnet.