Dyslexie en aanpassingen op school

Geplaatst op

Heeft een school toestemming nodig van de inspectie voor aanpassingen of vrijstellingen voor dyslectische leerlingen?

Nee. de directie van de school besluit binnen de kaders van de wet over een aangepaste afname van het eindexamen en eventuele aanpassingen of vrijstellingen in het onderwijsprogramma. De onderwijsinspectie hoeft hiervoor geen toestemming te verlenen. Wel moet de directie de aanpassingen bij de inspectie melden en onderbouwen op basis van het dossier van de leerling. In artikel 55 van het eindexamenbesluit staat dat dit ‘zo spoedig mogelijk’ moeten gebeuren; een exacte termijn wordt niet genoemd. Deze bepaling onderstreept vooral het belang van een goede afstemming tussen de ondersteuning in het onderwijs en bij het eindexamen.
Let wel: het ontbreken van een reactie van de inspectie kan niet worden opgevat als toestemming. Als gekozen is voor een aanpassing die buiten de voorschriften valt (bijvoorbeeld een andere beoordeling van spelling of het toestaan van een digitaal woordenboek) kan de inspectie ook achteraf het examen ongeldig verklaren.
Voor het melden van aanpassingen bij het afnemen van het examen kan de school gebruikmaken van het meldingsformulier ‘Afwijkende wijze van examineren’ in het Internet Schooldossier. Een onderdeel van dat dossier is de dyslexieverklaring van de leerling.

Zijn scholen verplicht om aanpassingen of vrijstellingen te verlenen aan dyslectische leerlingen?

Ja, tot op zekere hoogte.
In tegenstelling tot wat het woordje ‘kan’ in artikel 55 van het examenbesluit doet vermoeden – De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat – is het bieden van adequate ondersteuning voor leerlingen met dyslexie niet vrijblijvend. ‘Kan’ zal veeleer als ‘moet’ moeten worden geïnterpreteerd.
Scholen en schoolbesturen hebben een zorgplicht: alle leerlingen die worden aangemeld of staan ingeschreven en die extra ondersteuning nodig hebben, moet een passend onderwijsaanbod worden geboden. Dat betekent onder meer dat de school leerlingen adequaat moet compenseren voor de gevolgen van hun dyslexie, bijvoorbeeld door het gebruik van hulpmiddelen toe te staan.

Bron: Masterplan dyslexie

Dyslexie in het voortgezet onderwijs

Geplaatst op

Soms is dyslexie nog niet vastgesteld in het basisonderwijs. Dit kan komen doordat de leerling het tot dan toe zonder hulp heeft kunnen redden. Vaak zijn het kinderen met een groot compenserend vermogen die dankzij hun intelligentie en doorzettingsvermogen door het basisonderwijs zijn gekomen. De meeste van hen beschikken ook over een groter verbaal leervermogen waarmee zij hun zwakke technische leesvaardigheid hebben gemaskeerd.

Bij 25% van de dyslectische leerlingen komt de handicap pas in het voortgezet onderwijs aan het licht. Dat gebeurt bij het leren van grammatica en rijtjes voor de vreemde talen of met de signaleringstoets die in de brugklas wordt afgenomen. De uitslag van de toets wijst uit of er sprake is van een lees- en/of spellingachterstand en of verder onderzoek nodig is. In uitzonderlijke gevallen wordt dyslexie pas in de bovenbouw zichtbaar, omdat de leerling al die tijd zijn lees- en spellingproblemen heeft weten te compenseren.

Bron: www.steunpuntdyslexie.nl